Belevenissen Team A Roparun 2018

Verslag team A

“De Roparun begon voor team 310 al met een dompertje, omdat we het huwelijk van Harro en Meghan niet via televisiebeelden mee konden maken. Toch mocht dat de pret niet drukken en gingen we op vrijdag 18 mei 2018 wel- en goedgemutst op weg naar een Franse lichtstad.

Wie waren de leden van team A? Houdt u vast, want hier verschijnen ze in alfachaotische volgorde: Jaap (chauffeur), Harro (lopert), Ruud (navigator/fietser), Joris (masseur), Miriam (fietser), René (lopert), Tamara (fietser), Ben (lopert) en José (loopstert).

Net als vorig jaar bleek dat de aanwezigheid van vrouwen in het team geen enkele belemmering voor de anderen vormde voor het spuien van slechte en nog slechtere grappen (Joris …). Zie hiervoor ook het einde van dit verslag.

Voor veel teamleden was Parijs een onontgonnen terrein (José: “Kunnen we dan ook de Eiffeltoren zien?”) en was het geheel onbekend vanwaar we zouden vertrekken. Dat bleek overigens ook al direct, omdat we de volgende dag de ingang van het startterrein niet konden vinden.

De overnachtingsplaats was in Gonesse, waar geheel team 310 zijn intrek nam in een hotel waar meer sterren in de ramen zaten dan dat er op het dak stonden … Na een snelle kamerindeling (de snurkers bij de snurkers, de erge snurkers bij de erge snurkers en de vrouwen bij de vrouwen) ging het hele team op zoek naar wat versnaperingen en andere het-leven-wat-aangenamer-makende-middelen. Rond 19:30 werd een verkwikkende avondmaaltijd genuttigd, waarbij bleek dat bestellen bij een Russisch matroesjka-vrouwtje lastiger is dan menigeen denkt, Ruud verjaardagstechnisch van harte werd toegezongen en Nicole enkele uren later pottechnisch over haar nek ging (in het bivakverslag zal daar ongetwijfeld nog op worden teruggekomen).

De volgende dag vertrokken we op zaterdag allemaal richting de startplaats, alwaar er ondertussen door teamleden gezorgd werd voor Nicole, met medewerking van de medische dienst van de Roparun, en de leden van team A zich op gingen maken voor de start om 13:12. Gek genoeg dacht geen enkel teamlid hierbij aan het gebruik van make-up.

En dan blijkt dat er op zo’n moment van die onverwachte momentjes zijn. Zo moesten we nog snel een gat zagen in het dak van ons busje, zodat Jaap zijn GoPro kon gebruiken, moest de motorkap van datzelfde busje versterkt worden voor, alweer, een GoPro van Jaap, en liepen Nel en René tenslotte direct na de groepsfoto al verkeerd terug naar ons wagenbivak. Met dat laatste werd onbedoeld en nogmaals duidelijk dat Nel niet van het navigeren is en dat René overal braaf achteraan loopt.

Net als vorig jaar werd er op alfabetische volgorde gelopen, dus Ben was de gelukkige starter. Zo’n start is altijd weer emotioneel en dan weet je: we kunnen niet meer terug. Na een run-bike-runnetje van ongeveer acht kilometer (waarbij wij waarschijnlijk al een keer verkeerd zijn gelopen en gereden), kwamen we op de lange weg terug naar Rotterdam. De stemming zat er natuurlijk gelijk weer goed in (“Jij ga Bolo een tijdje niet sien …”) en het rijden, navigeren, wisselen, fietsen, lopen en versnaperingen aangeven liep gesmeerd.

De fietsmariekes Miriam en Tamara waren als vanouds weer groots, al dient de aantekening te worden gemaakt dat vooral bij hoge stoepranden Miriam niet altijd zichtbaar was. Tamara navigeerde alsof het een lust was, reed simpelweg nooit verkeerd en het was geweldig om achter haar aan te hollen. Miriam was heuveltechnisch gezien niet altijd tevreden en heeft het ACT in gedachten wel honderd keer gebeld dan wel vervloekt.

Een speciale vermelding verdient Ruud. Onder semi-valse voorwendselen team A ingelokt, begon hij voortvarend aan het navigator- en in-en-uitstapschap. En dat ging hem goed af, want vijf bijna-ongelukken verder was ons team nog steeds compleet. Toen hem gedurende de warmste periode van de dag een fietsetappe werd aangeboden, nam hij dat aanbod koelbloedig aan. Iets later bleek echter dat het duo ‘heuvelopwaarts’ en ‘te warm’ roet in de spaken gooide, waarna hij vrolijk verder ging met navigeren en Miriam haar fiets weer besteeg. Een gouden gozert die Ruud, met het hart op de juiste plaats, met een heerlijk accent en met het vooruitzicht om in 2019 weer mee te kunnen gaan. We rekenen dan allemaal weer op hem, want zijn betrokkenheid is meer dan goed en ‘fietsen kun je leren’. Bronnen fluisteren trouwens dat hij zijn fietstraining al geïntensiveerd heeft.

Ook Jaap was geweldig bezig: zijn stuurmanskunst en de rust die hij daarbij uitstraalde waren overweldigend. Een eerste stop-and-go na exact 4:50 minuten na de start werd hem door de andere teamleden liefdevol vergeven, en hij wist het spuien van zijn overweldigende kennis binnen de bloemperken te houden. Botanisch gezien werd het team op dat vlak toch een beetje verrijkt door hem: zo weten we nu dat je de bloemen van een ligusterhaag moet wegknippen om ervoor te zorgen dat de haag dichtgroeit, en werden we ook opgeschrikt door een bij een wisselplek ter plekke groeiende Japanse Pielewepiep, die geheel Europa schijnt te veroveren en die bijna niet te bestrijden is.

Op sanitair gebied was er, na het vertrek van Otto naar team B, weinig bijzonders meer te melden. Het was werkelijk geweldig om de opluchting in José haar ogen te zien bij het vooruitzicht ’te kunnen’ en plassen in de buitenlucht is en blijft een belevenis. Vermeldenswaard is ook nog de gezamenlijke trip die Berdie en René op een bivak hebben ondernomen op de terreinen van een stortplaats van afvalhout en houtsnippers. Houd daarom in de komende periode de prijs van houtzaagsel in de gaten …

Over de lopers valt ook nog wel iets te melden. Ben begon de run met een rugzak vol ellende, maar hij heeft op een geweldige en constante wijze de kilometertjes onder zijn sloffen voorbij laten gaan. Diep respect voor deze kanjer dus! José was als vanouds weer de metertjes aan het wegstiefelen en maalde er niet om om vooral heuvelopwaarts wat extra van diezelfde metertjes mee te pakken, iets wat door de andere lopers (en dan vooral Harro …) van harte werd toegejuicht. Diezelfde Harro dartelde als vanouds als een jonge hinde (zijn eigen woorden, niet van schrijver dezes) over de Franse, Belgische en Nederlandse dreven – een waar genot om mee te maken (“Had ik maar één zo’n been.”). Het bestuur zal hem later echter nog ter verantwoording roepen, omdat hij – geheel tegen de teamregels in – niet na de finish stopte, maar nog een dikke 600 meter de Willemsbrug op doordenderde, alvorens hij met een uiterste krachtsinspanning door Jaap tot stoppen kon worden gedwongen. Voor eigen glorie gaan is leuk, maar hou altijd het teambelang voor ogen! En dan was er nog René, tja … Al heb je de Roparun elf keer gelopen, dan is het nog geen garantie dat de twaalfde keer ook volledig gaat lukken. Hij moest het laatste stukkie Klaaswaal – Rotterdam dan ook aan zich voorbij laten gaan, omdat de spieren niet meer wilden, maar de tranen nog wel. Dan blijkt dat we in elk opzicht een bijzonder team hebben en dat we er voor elkaar zijn …

Nu de lezer tot zover is gekomen, zal hij of zij ongetwijfeld denken: “En Joris dan?”. Welnu, het laatste stukje gaat over hem, omdat er nog wel wat over te zeggen valt. Over zijn massagekunsten niets dan lof (“Au!!!”), en ook het vullen van waterbidons en het aangeven van versnaperingen ging steeds beter. Op humorvlak was de goede man zelfs record breaking. Dacht iedereen in team A, team B en het bivak dat met de grapjes van René de ondergrens wel was bereikt – niets was minder waar … We hebben het geturfd: Joris heeft met zijn grappen (grappen?) 24 keer een all time low gevestigd, waardoor een speciale teamvermelding meer dan ooit op zijn plaats is. Als zelfs Ben en Harro bij zijn grappen wit wegtrekken, José wanhopig op zoek gaat naar een plaats om te poepen, René stilletjes voor zich uit zit te staren, Miriam en Tamara in geen velden of wegen meer te bekennen zijn, en Ruud en Jaap in blinde paniek de bosjes induiken, nou, dan moet Joris zich eens goed achter den oren krabben. Namens het gehele team A hierbij dan ook aan hem het vriendelijke verzoek om op dit vlak te werken aan verbetering.

Hierbij eindigt het verslag van team A. Het was een bijzondere Roparun, met al zijn voorgeschiedenissen, de ellende van Nicole en de hulp van alle mensen in het bivak, met een speciale vermelding voor onze o-zo-lieve Tamara, Miriam en José, en natuurlijk met alle leden van team B, zonder wie wij anders de gehele afstand zouden hebben moeten afleggen.”